In de wereld der psychedelica zijn er een aantal soorten die zonder twijfel de tripkoningen genoemd mogen worden. We hebben het natuurlijk over paddo’s en LSD, twee van de meest gebruikte psychedelica ter wereld. Veel mensen vragen zich af wat nou precies de verschillen én overeenkomsten zijn tussen de twee. Zo vragen veel (beginnende) psychonauten zich af in hoeverre de visuals overeenkomen, maar ook welke van de twee veiliger is om te gebruiken. In de Dutch Smart blogpost van vandaag komt het allemaal ter sprake!
Paddo’s en LSD in een notendop
Om goed te kunnen begrijpen wat de verschillen zijn tussen paddo’s en LSD, is het belangrijk om duidelijk te weten wat de twee verschillende psychedelica zijn, waar ze voor worden gebruikt en ook hoe de trip er bij beide ongeveer uit ziet.
Paddo’s: Laten we beginnen met paddo’s. Deze psilocybine-bevattende paddestoelen worden al duizenden jaren gebruikt door bevolkingsgroepen over de hele wereld. Een typische dosis psilocybine ligt tussen 10-40 mg, wat overeenkomt met zo’n 1 tot 4 gram gedroogde paddenstoelen. Inmiddels zijn er meer dan 180 verschillende soorten psychedelische paddenstoelen bekend. Een normale paddotrip duurt zo’n 6 tot 8 uur en de kans op verslaving is er vrijwel niet. Paddo’s zelf zijn daarnaast in Nederland enkel legaal om te kweken, maar je kunt ze niet kant-en-klaar kopen. Wel kun je voor een vergelijkbare trip kiezen voor magic truffles, die óók psilocybine bevatten.
LSD: lyserginezuurdiethlyamide is in tegenstelling tot paddo’s geen natuurlijk voorkomend middel. Het werd voor het eerst gesynthetiseerd in 1938 en voor het eerst gebruikt in 1943 door Albert Hoffman. Wanneer je LSD neemt, dan doe je dit vaak via kleine zegeltjes, waar een druppeltje LSD op is ingetrokken. Een typische dosis ligt tussen de 100 en 250 microgram en een trip duurt ongeveer 8 tot 12 uur, een stuk langer dus dan die van paddo’s. Ook bij LSD is de kans op verslaving nihil, maar in tegenstelling tot psilocybine, is LSD in Nederland volkomen illegaal. Om die reden zijn paddo’s en magic truffles een stuk toegankelijker dan deze synthetische psychedelica, maar volgens veel studies óók nog eens veiliger in gebruik.
De visuals
Eén van de meest voorname redenen dat mensen zich wagen aan paddo’s of LSD, is vanwege de extreme visuals die beiden produceren. Overigens geldt dit niet alleen voor paddo's, maar ook voor magic truffels, die dezelfde werkzame stof bevat als paddo's. Wanneer mensen LSD nemen, dan is de kans groot dat objecten lijken te ademen of dat er ‘sporen’ van bewegende objecten te zien is. LSD heeft visuele effecten die vergelijkbaar zijn met de cognitieve effecten, dus dingen zien er helder en schoon uit, en kleuren zien er levendiger uit terwijl ze wel ‘intact’ blijven. Bij paddo’s zijn visuals vaker intens in de zin dat er meer verandert aan de realiteit. Statische objecten kunnen gaan bewegen en in sommige gevallen worden complete objecten of wezens gevisualiseerd. Ook kleur wordt sterk aangetast.
Mentale en fysieke effecten
Ook op gebied van mentale en fysieke effecten zit er een heus verschil tussen paddo’s en LSD. LSD verandert zonder twijfel de manier van denken, maar behoudt op de een of andere manier een paradoxaal bewustzijnsgevoel, zelfs in de diepten van verwarring. Bij paddo’s is het echter veel waarschijnlijker dat je loskomt van het gevoel van ‘zelf’ en alledaags denken. Dit kan verfrissend zijn, maar ook desoriënterend en intens. Fysiek veroorzaakt LSD een scherpe, enigszins nerveuze energie. Soms moet je fysiek bewegen om het te helpen beheersen, anders verandert het in angst of rusteloosheid. De effecten van van paddo’s wordt vaak als meer ‘geaard’ gerapporteerd. Een diepe verbintenis met de natuur is een ander aspect van paddo’s waar vaak over wordt gesproken.