Als je ooit een paddo- of truffeltrip hebt mogen ervaren, dan hoeven we je niet meer uit te leggen hoe bijzonder het kan zijn. Vandaag de dag weten we niet beter dan dat paddo’s je flink kunnen laten trippen en ze je een compleet andere realiteit kunnen laten zien. Maar dat was niet altijd zo. De eerste soorten paddenstoelen waren namelijk helemaal niet psychedelisch. Wetenschappers denken nu eindelijk te begrijpen hoe en waarom de schimmels zijn begonnen met het produceren van hun meest bijzondere werkzame stof: psilocybine.
Weinig kennis over psilocybine
Wetenschappers met een liefde voor hallucinogenen konden in de jaren 1950 en 1960 hun hart op. Geneesmiddelen zoals LSD en psilocybine - het actieve ingrediënt in paddo's - waren volkomen legaal en onderzoekers konden ze dan ook gemakkelijk verkrijgen, met enkele honderden veelbelovende onderzoeken als resultaat. Dat stopte echter in de jaren ‘70, toen Richard Nixon de Controlled Substances Act ondertekende. Het verbood het gebruik, de verkoop en het transport van psychedelica volledig en onderdrukte onderzoek ernaar. "Er werd verwacht dat je je carrière gedag zou kunnen zeggen als psychedelica zou onderzoeken", zegt Jason Slot van de Ohio State University.
En dat vond hij jammer. De man probeerde zelf paddo’s uit als jong-volwassene, met verbluffende resultaten. "Het hielp me om vloeiender te denken, met minder veronderstellingen of verworven beperkingen," zegt hij. "En ik ontwikkelde een grotere gevoeligheid voor natuurlijke patronen." Dat vermogen inspireerde hem om evolutie te bestuderen, maar uiteindelijk werd hij mycoloog - iemand die álles weet over schimmels. Nu is het precies deze man die besloot de twee te combineren en te kijken waar psilocybine nou eigenlijk vandaan komt. "Ik realiseerde me hoe weinig we nog steeds weten over de genetica en de ecologie van zo'n historisch belangrijke substantie”, vertelt hij.
Nauw verwante schimmelsoorten
Het is mogelijk dat paddenstoelen los van elkaar het vermogen hebben ontwikkeld om psilocybine te maken. Het kan ook zijn dat alle paddenstoelen het ooit deden, en dat de meeste ervan hebben die vaardigheid verloren. Toch dat Slot dat geen van beide verklaringen waarschijnlijk was. In plaats daarvan vermoedde hij dat de genen voor het maken van psilocybine tussen verschillende soorten zou zijn gesprongen.
Om dit te onderzoeken, bestudeerden biologen van de Ohio State University en de Universiteit van Tennessee een groep paddenstoelen die allemaal psilocybine maakten, maar geen verband met elkaar hadden.Ze ontdekten dat alle genen die verantwoordelijk zijn voor de productie van de stof sterk op elkaar lijken. Deze genen waren zelfs meer vergelijkbaar dan andere gevonden in nauw verwante schimmelsoorten.
Deze waarneming suggereert dat deze genetische bijzonderheden niet zouden zijn geërfd van een gemeenschappelijke voorouder, maar eerder dat ze rechtstreeks zouden zijn overgedragen tussen verre soorten. Een fenomeen dat bekend staat als "horizontale genoverdracht" (of HGT). Dit kan plaatsvinden via verschillende processen, zoals virussen die genen van de ene soort naar de andere brengen.
De rol van psilocybine in de natuur
Maar één vraag bleef aanwezig: ‘wat is de rol van psilocybine in de natuur?’. Nou, de experts denken dat het fenomeen in de natuur voorkomt als reactie op stressoren of om te kunnen overleven in diverse omstandigheden. Op basis van deze hypothese ontdekten Jason Slot en zijn collega's dan ook een aanwijzing: de genen die verantwoordelijk waren voor het maken van psilocybine bleken te zijn verhuisd naar een omgeving met veel paddestoel-etende insecten. Een observatie die een nieuwe betekenis kreeg door zich te concentreren op de effecten van de stof.
Eenmaal in het lichaam interfereert psilocybine met een bepaalde neurotransmitter en verstoort het de werking ervan. We weten dat dit bij mensen zorgt voor de meest bizarre hallucinaties, maar bij insecten heeft het nóg een interessant effect: het vermindert hun eetlust. "Wij geloven dat schimmels zijn geëvolueerd tot hallucinogenen omdat het de kans verkleint dat ze worden opgegeten door insecten", legt Jason Slot uit. "Psilocybine heeft waarschijnlijk niet alleen een slechte smaak. De schimmels veranderen in zekere zin de ‘geest’ van insecten, om in hun eigen behoeften te voorzien", zegt hij.
De stof zou dus juist dienen als een overlevingsmechanisme. Vandaag de dag werkt het effect echter zwaar averechts: paddo’s zijn gewilder dan ooit!